Voor de tweede keer in hun zesjarige bestaan waren “De Molenzangers” van de partij op het Festival van het Nederlandse Lied in Uden.

Maar wat een verschil met drie jaar terug. Toen was het in Uden heet op de laatste zondag van april en nu, in 2016, uitgesproken koud. Een graadje of 8. Met hagelbuien als verrassende tussendoortjes.
Toch gingen alle optredens buiten in het ruim bemeten stadshart van Uden gewoon door. Het organiserende Koor Zonder Noten (KZN) wenste niet naar de noodmaatregel te grijpen om het zangfestijn naar binnen te verplaatsen: schouwburg Markant en centrumkroegen. Dat het publiek het bij deze negende editie van het festival voor een groot deel liet afweten, is waarschijnlijk toe te schrijven aan de weergoden.
Buitengewoon jammer voor de organisatie, dat barre weer, en de 28 deelnemende koren. Er waren meer koorleden op de been – rond de 1100 – dan toehoorders. Dat had overigens ook z’n voordelen. Bij een festival waar je over de koppen kunt lopen, krijg je veel minder goed de kans om eens aandachtig naar collega-koren te luisteren.

De eerste sessie van “De Molenzangers” was op een podium pal voor de voormalige V&D bij de Marktstraat. Met als toepasselijk openingslied ‘Laat de zon in je hart’. Ook de liedjes van het tweede optreden waren voor een deel treffend gekozen want, staande tussen café ‘De Buren’ en de Petruskerk (1887, Carl Weber) zong het Oisterwijkse koor onder andere ‘Tussen kroegen en kerken’. En Guus Meeuwis ’zijn‘ ’t dondert en bliksemt’ leek wel te refereren aan de pittige hagelbui die het festival op dat moment plaagde. Bij een indrukwekkende plataan aan de Promenade stond de derde en laatste optreden op het programma. Met tussen het schaarse publiek zelfs enkele collega’s van Jeremiade. ‘Sierra Madre del Sur’ in de Duitstalige versie was daar een van de toppers tussen dat hoofdzakelijk Nederlandstalige repertoire.
Op de Markt was de gezellige finale met samenzang van alle 28 koren. Met als allerlaatste lied het toepasselijke ‘Adio adio adio, visser met je ravenzwarte haar. Adio adio adio, misschien tot volgend jaar.’
En de allerlaatste zanger was Ronnie Tober, inmiddels 71 jaar, die onder meer zijn allereerste succes uit 1963 liet horen: ,,Iedere avond, iedere morgen.

Het Festival in Uden was perfect georganiseerd en “De Molenzangers” zullen het vast een eer vinden als ze in 2017, op het tweede lustrum, weer door KZN zouden worden uitgenodigd. Maar dan wel graag bij een lekker zonnetje.

Piet Jacobs